In het maatschappelijk debat rond tabak willen de bedrijven die lid zijn van Cimabel zich opstellen als een constructieve partner met zin voor verantwoordelijkheid. Spijtig genoeg worden nog al te vaak beslissingen genomen die onze sector en de verkopers en consumenten van onze producten impacteren, zonder enig overleg.
De productie en verkoop van tabaksproducten mag dan wel bijzondere verantwoordelijkheden met zich meebrengen, het is en blijft een legale activiteit die de overheid overigens aanzienlijke inkomsten oplevert. Daarom zijn we van oordeel dat we, net als andere bedrijfssectoren, mogen verwachten dat overheden en besluitvormers ons raadplegen en inspraak geven bij het uitwerken van regelgeving die ons aanbelangt.
Wij zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit en de toepasbaarheid van de regelgeving beter is als alle betrokken partijen bij de totstandkoming ervan betrokken zijn.
De weigering om met onze sector in overleg te gaan berust dikwijls op een onterechte interpretatie van het zogenaamde Artikel 5.3 van de Framework Convention on Tobacco Control van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO). Dat artikel houdt nochtans geenszins een verbod in om de tabakssector te consulteren in de beleidsvoorbereiding. Het beveelt wel aan om dat open en transparant te doen.
Welnu dat vinden wij prima. De tabakssector heeft immers niets te verbergen en komt transparant en in alle openheid uit voor de belangen die we verdedigen. Cimabel onderschrijft de deontologische code van Belgian Public Affairs Community (Bepact). We zijn ook lid van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en van de Stichting Neen aan Namaak en Piraterij (NANAC).
Wil je meer te weten komen over ons standpunt omtrent Artikel 5.3? Lees dan zeker onze position paper over dit onderwerp – je kan deze hieronder downloaden.